Het werk zit in het grensgebied van “het abstracte” en figuratieve kunst. Het zijn ingekleurde gedachten die een sterke verbondenheid hebben met de samenleving en haar natuur . Het besef dat wij ‘de mens’ hier maar voor heel eventjes zijn, maakt haar kijken nog doortastender.
Iefke Molenstra zet zich af tegen het opgeslotene, wil telkens opnieuw beginnen. Neemt de draad terug op. Gooit alles terug overboord, maar gooit het kind met het badwater niet weg. Plots verschijnt daar iets wat niet meer te zeggen is. Het is als een uit één adem gemaakt ding. Het kind dat ze overhield. Het is een duidelijk teken geworden in het werk.
Het zegt me: Kijk niet alleen naar wat ik ben maar naar wat ik wil zeggen, hoe ik onder mijn huid een middel zoek om dingen duidelijk te maken.
Iefke Molenstra plooit die huid voor ons open, soms met haar schilderspoot. Soms via het in materie wroeten. Soms laat ze de ruimte spreken of de expressie of vertelt ze een verhaal. Maar wanneer het teken duidelijk geworden is houdt ze haar mond. Dan spreekt het ding zelf, het is een aanwezigheid geworden. Het heeft een bepaalde bevrijding in zich gevonden ... en de schreeuw
... In het werk van Iefke Molenstra merken we vaak een aantal tegenstrijdigheden, zoals bijvoorbeeld een momentopname van een chaotische wereld, beheerst door ontembare, vijandige krachten en dan ook tezelfdertijd een rust, een hang naar het geborgen en een harmonie...
... In al de onderwerpen die Iefke op papier, doek, of wat dan ook tentoon spreidt, neemt het kleurenpalet een vooraanstaande plaats in ...
... Zo slaagt Iefke erin haar werk een bijzondere glans te verlenen door het gebruik van contrasterende en daardoor ook elkaar aanvullende kleuren, net zoals dat in een intermenselijke relatie het geval zou zijn ...
Iefke Molenstra (Antwerpen 1961). Deze artieste leeft en werkt in De Klinge. Haar opleiding schilderkunst ontving zij aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen, waar aan haar werk verschillende prijzen werden toegekend.
Naast schilderen, tekenen en grafiek schrijft ze ook af en toe kleine poëtische tekstjes. Geeft les aan de academie, workshops, tentoonstellingen in binnen en buitenland.
Midden jaren 90’ ontwikkeld ze een eigen techniek. Strak gespannen vellen papier worden met bijenwas geïmpregneerd waardoor op het werk een zachte , mysterieuze film nagelaten wordt.
Het werk zit in het grensgebied van “het abstracte” en figuratieve kunst. Het zijn ingekleurde gedachten die een sterke verbondenheid hebben met de samenleving en haar natuur. Het besef dat wij ‘de mens’ hier maar voor heel eventjes zijn, maakt haar kijken nog doortastender.